Via de Werkkostenregeling (WKR) kun je een bepaald percentage van je totale fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor je werknemers. In 2021 heb je een vrij besteedbare ruimte van 3% over de eerste € 400.000 van je fiscale loonsom (loon voor loonheffing) en 1,18% over het deel van je loonsom boven de € 400.000.
Voor de juiste toepassing van de werkkostenregeling is het van belang dat je eerst in kaart brengt welk deel van de vrij besteedbare ruimte je reeds hebt gebruikt in het boekjaar aan bijvoorbeeld een personeelsfeest, kostenvergoedingen of geschenken. Beoordeel of deze kosten ten laste van de vrij besteedbare ruimte komen.
In een structuur van vennootschappen kan gebruik gemaakt worden van de concernregeling, waardoor een overschrijding van de vrije ruimte bij de ene werkgever in de structuur verrekend kan worden met een nog niet bestede vrije ruimte van een andere werkgever in de structuur.
Wel kent de regeling een gebruikelijkheidstoets. De gebruikelijkheidstoets houdt in dat verstrekkingen en vergoedingen niet meer dan 30% mogen afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Het bedrag dat boven de 30%-grens uitkomt is belast als loon.
Nu het einde van het jaar in zicht komt kun je voor het jaar 2021 in kaart brengen welke vrije ruimte nog beschikbaar is en kun je bepalen of het mogelijk is nog onbelaste vergoedingen of verstrekkingen te doen. Overigens kun je ook als directeur groot aandeelhouder gebruik maken van de werkkostenregeling.